Elke keer wanneer mijn zusjes en ik op bezoek kwamen bij mijn vader om een aantal zaken te bespreken moest ik huilen en dat hield ook niet meer op. Zo erg dat mijn zusjes zeiden ‘Hou eens op met dat gejank, zo kunnen we niets bespreken’. Ik kon er niets aan doen het was verdriet omdat ik mijn vader aan het verliezen was. Mijn vader is nog redelijk goed maar er waren een paar tekenen die wezen op dementie. Opeens hielden mijn huilbuien op, ik accepteerde kennelijk wat er aan de hand was. Een vriend van mij gaf mij het boek ‘Hersenschimmen’ van J. Bernlef, om mij voor te bereiden op wat mogelijk komen gaat. Ik ging verbouwen en kon vanwege al het stof niet thuiswonen en stelde mijn vader voor om een maand bij hem te komen wonen. Ik kon immers zo weer slapen in mijn oude kamer. Zogezegd zo gedaan. Het werd een prachtige maand. Samen hebben we het hele huis opgeruimd. Eindelijk de kleren van mijn moeder, die 10 jaar geleden overleden is, naar het Leger des Heils gebracht. Het grofvuil is wel drie keer langs geweest. Mijn vader bewaarde stofzuigers van 40 jaar geleden evenals gebroken kopjes. Je wist maar nooit, eens zou het een functie kunnen hebben. Omdat mijn vader fysiek nog heel sterk is hebben we de zolder tot en met de kelder onder handen genomen. Het mooie van ons opruimen was dat allerlei oude herinneringen naar boven kwamen. Grote foto’s van bouwwerken op hardboard waar mijn vader aan heeft gewerkt kwamen naar boven. Oude fotoboeken kwamen weer te voorschijn en hebben we allemaal doorgenomen. Allerlei verzamelingen van klassieke muziek hebben we afgespeeld. Tochten gemaakt naar plekken uit mijn vaders jeugd. Mijn vader knapte zienderogen op. Ondertussen kreeg hij wel een verklaring van dementie. Nu heeft hij 2 keer per dag zorg en laat ik maaltijden bezorgen. Iedere week ga ik twee dagen naar mijn vader en dan gaan we iets leuks doen. Veel naar zee, want daar heeft mijn vader zijn hele leven gewoond. Het is alsof ik weer met mijn kinderen wegga. Ik doe zijn jas aan, zorg ervoor dat hij zijn handschoenen aandoet en zijn hoed op zet. Hij staat stil bij elke vogel, schip, vliegtuig en kind die hij ziet als of het wonderen van Moeder natuur zijn. Het mooiste vind ik dat waneer we spirituele gesprekken voeren, mijn vader opeens goed uit zijn woorden kan komen en goed kan verwoorden hoe hij het leven ziet en hoe hij bezig is met de oorsprong te verklaren. Hij is al veel aan de overkant en het is mooi om te zien hoe lichaam en geest zich langzaam van elkaar scheiden. Eens zei hij mij hoe we met z’n allen een lichaam vormen. Mijn vader die zo rationeel is en niets van spiritualiteit moest hebben voelt ineens aanwezigheid wanneer we samen naar de televisie zitten te kijken. Ik vertel hem dat ze af en toe komen kijken en dat mijn moeder en een goede vriend op hem wachten.