Nog niet zo lang geleden liep ik in de zon door de Egyptische woestijn, als deelnemer aan een hele speciale reis. De Amerikaanse Judith Moore, een Kosmisch Boodschapper en Houder van de ‘Records of Creation’, en de Nederlandse Annemarie Veltman, die al dertig jaar in Caïro woont en werkt, leidden het gezelschap van 19 mensen van stad naar dorp, van tempel naar tombe en door de woestijnen. De intentie van de reis is om het orakel van Toth te openen en de Gouden Kracht te activeren. Toth is de Egyptische god van de maan, de magie, ook van de kalender, de schrijfkunst en de wijsheid. Hij had bovendien een rol in de onderwereld bij het wegen van het hart. Volgens Judith hebben de Houders van de Verloren Mysteries de Gouden Kracht eeuwen en eeuwen bewaakt omdat ze niet vrij kon stromen door aanvallen van energieën met slechte bedoelingen. De Gouden Kracht mag nu vanuit verborgen plekken de huidige wereld instromen om het bewustzijn van de mensheid wakker te maken om ons in staat te stellen ons te verbinden met de Goddelijke Kracht van Creatie. We hebben energetisch heel wat sleutels mogen en kunnen omdraaien, waardoor diverse deuren naar de mystieke rijken zijn geopend en de energie van de Gouden Kracht weer vrijelijk kan stromen. Letterlijk zijn er ook heel wat deuren voor ons opengegaan.
We zijn begonnen in Caïro waar een aantal Egyptenaren onze groep voor één dag heeft versterkt. Op die dag is het contact met Toth geactiveerd om onze harten te openen voor zijn begeleiding tijdens onze reis. Niet alleen voor hem hebben we onze harten geopend, ook voor de Hoge Meesters uit Sirius en Arcturus. Toen dat gebeurd was konden we naar Luxor, per vliegtuig. Vanaf die plek begon onze reis met een touringcar langs de Nijl om weer terug te keren naar Caïro. Hoewel ik één keer eerder in Egypte ben geweest, heb ik toen bar weinig van het echte Egypte gezien: ik zat toen namelijk een week op een boot om met dolfijnen te zwemmen (wat ook een aanrader is!). Ik ben dan ook heel nieuwsgierig naar wat ik in de plaatsen, tempels en tombes die we gaan bezoeken zal ervaren.
Onze eerste stop is bij de Nijl waar we een waterritueel doen. Dat is wel nodig ook, want als ik zie hoeveel plastic daar verzameld ligt, schrik ik daar toch echt van. Het volgende doel is de Hathor-tempel in Dendera. Als we het parkeerterrein van deze tempel oprijden, valt me direct iets op: er staat geen enkele bus of auto. Hoe schrijnend moet dat voor de bevolking zijn die afhankelijk is van het toerisme. Voor ons als groep is het fantastisch om daar helemaal alleen te zijn, zonder dat we ons door massa’s toeristen heen moeten wurmen. (foto poort) Ik droomde daar al lang van en nu is die droom werkelijkheid geworden.
De Hathor-tempel is één van de oude Mysteriescholen van Egypte. Als we halverwege de laan die naar de tempel toeloopt stoppen, stem ik af op de hoge poort die voor ons ligt. Ik voel en ‘zie’ een hele krachtige, prettige energie die zich boven de poort manifesteert. Als we bij de poort zijn gaan we er eén voor één, heel bewust, door. Op het moment dat het voor mij goed voelt, stap ik door deze enorm hoge poort door een sluier in een andere dimensie. De Hathor-tempel is prachtig. De godin Hathor is één van de populairste en meest voorkomende godinnen van het Oude Egypte. Ze is de godin van zang, dans, liefde, seksualiteit, erotiek, muziek, moederschap en vruchtbaarheid. Aan de ene kant word ik helemaal blij van al die afbeeldingen van Hathor. Aan de andere kant word ik verdrietig als ik zie dat de meeste Hathor-gezichten zijn beschadigd. Bewust, want ze zitten bovenop metershoge zuilen en die zuilen zelf zijn in redelijk goede staat. (foto Hathor)
Op de bovenste verdieping van de tempel, in de tweede Osiris-kapel, bewonder ik de zodiak die daar het plafond versiert. Met mijn astrologie-achtergrond is dit toch wel een must om te zien, ook al ben ik me bewust van het feit dat de echte zodiak is gestolen. In 1821, lees ik later, door clandestiene Franse kunstdieven en nu te zien in het Louvre. Nou ja, beter gestolen dan vernietigd, zegt een stemmetje in mij. In de achterste ruimte van deze kapel staat een aantal deelnemers van onze groep te chanten. Ik voeg me bij hen en al zingend verdwijnt van lieverlee het gevoel van individualiteit. Ik word één met mijn omgeving en dat zal niet de laatste keer zijn op deze reis. Op elke plek van onze reis laten we zo onze signatuur achter die vervuilde energieën zuivert.
Na een geslaagde dag in de Hathor-tempel brengt onze chauffeur Samir ons naar Abydos. In het Flower of Life Guesthouse worden we warm ontvangen. Op het dak van het gasthuis kijk je zo uit op de Tempel van Ramses II en iets verder de Seti I-tempel. Die laatste tempel is ons eerste doel de volgende morgen. De hekken gaan al om zeven uur open en ook hier zijn we alleen en van harte welkom. Seti I was de zoon van Ramses I en regeerde in het begin van de 13e eeuw voor Christus. Zijn naam betekent ‘van Seth’ wat weer de relatie legt met de god Seth. Seti I heeft zijn uiterste best gedaan om de hervormingen van Echnaton (ook wel Achnaton of Akhenaten), die het monotheïsme heeft ingevoerd, ongedaan te maken. Zo voerde hij de naam van de god Amon weer in. Het is heel bijzonder om in zo’n tempel rond te lopen en als dat ook nog eens op je gemak kan, zonder dat andere toeristen in de weg lopen, is dat een cadeautje. Ik vind het heel indrukwekkend dat een tempel die al meer dan drie millennia oud is, nog in zo’n goede staat verkeerd. Eén van de plaatselijke gidsen attendeert ons op de hiëroglief van de helikopter. (foto hiëroglief) Ruim drie millennia terug had men die kennis dus al! Hoewel ik daarvan al eerder foto’s had gezien, vind ik het geweldig om dit nu met eigen ogen te zien en te kunnen fotograferen.
Als ik één van de kamers in wil lopen (ik meen me te herinneren dat het de geboortezaal was), wordt Judith door één van de plaatselijke gidsen naar dezelfde ruimte gebracht. Ze spreken elkaars taal niet en toch ‘weet’ zo’n man. Hij zet haar voor een specifiek reliëf waar ze spontaan begint te channelen en in contact komt met de krachten van onsterfelijkheid. Deze krachten zitten overal: in de stenen van de tempel, in de grond waarop de tempel staat, in de mensheid. Het is een hele krachtige en heftige channeling. We stappen niet voor niets samen die ruimte in. Nu kan ik het energieveld voor haar dragen. Omdat ik niet helemaal gezond aan de reis begon, merk ik dat het boven mijn krachten gaat. Het lukt wel, maar toch …. Gelukkig komt een koppel van de groep ons versterken wat het makkelijker voor me maakt. Na afloop zijn we alle vier diep geraakt.
In deze tempel worden letterlijk deuren geopend die normaal gesproken dicht blijven voor toeristen. We mogen een poosje in deze ontsloten ruimtes zitten, in stilte. Het sluit zo mooi aan op ons reisdoel: openen van verborgen ruimtes om de energie van de Gouden Kracht weer te laten stromen. Ik verlaat de Seti I-tempel door de achteruitgang en in de diepte ligt een andere tempel, de Osirion tempel. (foto tempel)Totaal anders dan de Seti I tempel. Gepolijste stukken graniet waarvan sommige meer dan 100 ton wegen, geen inscripties behalve het flower of life teken. Jammer genoeg kan ik dat teken niet zien want de afstand is voor mijn ogen net iets te groot. Door de woestijn lopen we weer terug naar ons Flower of Life Guesthouse, waar dat teken duidelijk aanwezig is.
’s Middags is het de beurt aan de Ramses II tempel. Ramses II is de zoon van Seti I. Als Ramses veertien jaar is wordt hij al door zijn vader als mede-regeerder aangesteld. Op 24-jarige leeftijd wordt hij farao van Egypte en dat zal hij 66 jaar lang blijven. Op het moment van zijn overlijden zijn vrijwel alle inwoners van Egypte geboren onder zijn heerschappij. Hierdoor is hij bekend geworden als ‘De Grote Voorouder’. Tijdens de hele reis maken we trouwens regelmatig contact met verre voorouders. Sommige ruimtes van de tempel worden beschermd door hekken, zodat we er niet naar binnen kunnen en toch, net zoals ’s morgens, worden ze uiteindelijk opengemaakt. Het is duidelijk dat de hartverbinding die we de eerste dag hebben gemaakt werkt. Met zo hier en daar een paar Egyptische ponden.
Onze reis brengt ons verder naar Akhmim waar een enorm standbeeld van Meritamun staat. Zij is de dochter van Ramses II en zijn favoriete vrouw Nefertari. Rond de tijd dat haar moeder stierf nam zij samen met een halfzus de rol van haar moeder over. Het is een enorm groot beeld dat midden in het centrum van Akhmim staat, beneden in de diepte en in de brandende zon. Iets waar het beeld geen last van schijnt te hebben, maar ik wel. Toch fascineert ze me ondanks dat ze in de steigers staat en ik kan geen afscheid van haar nemen. Enorme tenen, zo mooi gemaakt, haar gezicht zo levensecht. Uiteindelijk ga ik toch de trappen weer op.
Toen we in Akhmim aankwamen, was er markt. Aan onze Egyptische gids wordt gevraagd of we hier soms stoffen en djellaba’s kunnen kopen. Dat blijkt volgens hem mogelijk, maar volgens de militairen die ons begeleiden is er een klein probleempje. We mogen van hen geen contact met de bevolking maken en dus zullen we in tweetallen in een rij, door hen voor en achter geëscorteerd, naar de desbetreffende winkel lopen. Ach, so what, ons hart staat wagenwijd open, dus als het de militairen het werk gemakkelijker maakt, doen we dat toch. Maar ja, dan kennen ze Judith nog niet. Als we zo in ganzenpas achter elkaar aan sjokken, stapt ze uit de rij op een prachtige voluptueuze Egyptische vrouw af en omhelst haar. Ha, denk ik, women power. Het contact is gemaakt! Op de terugweg gaat het er al wat minder streng aan toe. Ik loop met mijn fototoestel in de aanslag als ik aan de overkant een paar prachtige traditionele Egyptische vrouwen zie staan met enorme kolen op hun hoofd. Ik maak gebarend contact met hen en houd mijn fototoestel omhoog, als het ware om te vragen of ik een foto van hen mag maken. Ik zie direct een paar stralende gezichten. We hebben hartverbinding en ik maak mijn foto’s. (foto vrouwen Akhmim).
We rijden verder totdat we net na zonsondergang in New Hermopolis, een oase in de woestijn, aankomen. De naam Hermopolis is afgeleid van Hermes. Hermes, de ultieme communicator van kennis, is de Griekse Toth. New Hermopolis is een ecologisch dorp dat midden in de woestijn is gesticht door dr. Mervat Abdel Nasser. Voor mij echt een verademing om daar te verblijven. Midden in deze oase ligt een vijver met blauwe lotussen. (foto blauwe lotus) Op de rand van de vijver staat de wet van Hermes Trismegistus te lezen: zo boven zo beneden, zo binnen zo buiten. En zo is het.
Hier vandaan bezoeken we diverse tempels en tombes die ik niet allemaal ga vermelden. Er was er één die er voor mij uitsprong: de Petosiris-tombe. Omdat we ons lieten leiden door de energie, wist ik niet dat ik in de Petosiris-tombe was, laat staan dat ik iets over Petosiris zelf wist. Wat me direct opvalt als ik de tempel binnenga, zijn de reliëfs op de wanden. Ze zijn nog uitzonderlijk goed geconserveerd en de kleuren knallen er op diverse plaatsen nog behoorlijk uit. Ik geniet van de afbeeldingen en maak diverse foto’s. In het midden van de cultuskapel staan vier vierkante pilaren die de begrafenisschacht naar de ondergrondse grafkamers omringen. Een hele diepe kuil en het is daarom vanuit veiligheidsoverwegingen maar goed dat er leuningen aangebracht zijn om een val in de diepte te voorkomen. Een deel van onze groep staat om deze leuningen heen. Sommigen in diepe trance. Als er bij één van de leuningen een plek vrijkomt, ga ik daar staan en leg mijn handen op de leuning en sluit mijn ogen. Het duurt niet lang voordat ik alle cellen in mijn lichaam voel trillen. Dan begint de leuning ook te trillen en word ik één met alles om me heen. Ik voel geen verschil meer tussen mijzelf, de leuning, de mensen om me heen en de tombe. Na een poosje heb ik het gevoel dat ik zo de schacht in zou kunnen verdwijnen. Ik laat de leuning los en loop naar de andere kant van de schacht en blijf er zo’n meter vanaf staan. Terwijl ik daar zo sta met gesloten ogen– nog steeds in die energie van eenheid – krijg ik het visioen van een groot mannelijk gezicht dat uit de schacht omhoog stijgt. Het kijkt me vriendelijk aan en vervolgens om zich heen. Het voelt heel vertrouwd, maar ik weet nog niet waarom. Door goed op deze energie af te stemmen word me duidelijk dat dit het gezicht en de energie van de hogepriester van deze tempel is. Ik heb dan nog steeds geen idee dat het de tombe van Petosiris, een hogepriester van de tempel van Toth, is. Hij is heel blij met wat er nu in zijn tombe gebeurt en het voelt ook alsof er iets geopend wordt. Te vroeg voor mij verlaten we de tempel, maar mijn visioen gaat gewoon door als ik buiten ben. Als een flits gaat het door me heen. Hij was hogepriester en ik was zijn leerling! In een vorig leven uiteraard. Maar wiens hogepriester was hij? Van Echnaton, van een andere farao? Ik kom er even niet achter. Wat ik wel weet is dat dit een indrukwekkende ervaring was die nog lang na blijft zinderen. (foto scarabee)
Alles komt voor mij bij elkaar als we na onze terugkeer in Caïro een dag naar Alexandrië gaan. Daar dalen we af via een wenteltrap in de diepte van de Kom El-Shuqafa Monumenten. Voor de wetenschap is dit één van de belangrijkste archeologische vindplaatsen van de Egyptische geschiedenis. De naam betekent Heuvel van Scherven en werd ontdekt toen een ezel die een kar met stenen trok op 28 september 1900 door een gat in de grond zakte en in de catacomben terecht kwam. Door de ‘scherven’ die daar door de eeuwen heen waren gedeponeerd, zeg maar. Hier treffen we verschillende prachtige tombes aan, waarvan helaas geen foto’s mochten worden genomen. Ook hier ervaar ik op verschillende plekken weer de eenheid.
Al lopend door de ondergrondse gangen komen we uiteindelijk bij het laatste grafmonument aan. De granieten deksteen is zo groot dat we er met z’n allen omheen kunnen staan. Zodra we onze handen op de deksteen hebben gelegd begint Judith te channelen. Het is de bedoeling dat nu de sleutels worden gebruikt om de Gouden Kracht die door de Houders van de Verloren Mysteries millennia geleden verborgen werd, te ontsluiten. In de channeling komt duidelijk naar voren dat elke deelnemer weet of hij/zij zo’n sleutel heeft en het moet snel, snel, snel gebeuren. Heb ik zo’n sleutel, vraag ik me even af. Ja! Ik zie mezelf in een visioen met een sleutel in de vorm van een vissenteken in mijn hand rennen door de catacomben, bocht na bocht. Ze lopen volgens de reeks van Fibonacci naar binnen. De laatste twee bochten zitten dan ook dicht op elkaar. Als ik in de binnenste ruimte kom, staat daar een langwerpig iets, een soort hutkoffer, maar dan van steen. Ik zie de vorm van het slot en duw snel, snel, snel mijn vissensleutel in het slot. Er springt iets open en de energie kan stromen. Op dat moment roept Judith ons terug. Pfff, ik was net op tijd. Ik merk dat dit me aardig wat energie heeft gekost en ik ben geëmotioneerd. Wat me nu precies zo emotioneel maakt weet ik op dat moment niet. Ik ben niet de enige trouwens. Het heeft ons allemaal wel op de één of andere manier geraakt. Hoe mooi is het om dit soort werk te kunnen en mogen doen.
Het is ons gelukt! De cirkel van de intentie waarmee we op reis zijn gegaan, is rond. Ik dank Toth, de Hoge Meesters van Sirius en Arcturius, de Hathors en alle andere goden die ons hebben begeleid, Judith Moore en Annemarie Veltman, die de reis mogelijk hebben gemaakt en alle deelnemers aan deze reis voor deze onvergetelijke ervaring. En natuurlijk onze Egyptische gidsen Mostafa en Hamada alsook Samir, onze buschauffeur; ook zij hebben ervoor gezorgd dat gesloten deuren voor ons opengingen.
Elly de Lezenne Coulander
www.shaYana.nl